De auriculomedicinea  komen Westerse, Indiase en Chinese geneeskunst samen. Door de ontdekkingen van Paul Nogier van de “omgekeerde foetus” en het verder ontwikkelen hiervan, kwam hij, in 1966, als bij toeval tot de ontdekking van “de pols van Nogier” oftewel de VAS (Vasculair Autonoom Signaal).

Dit is een reflex van de arteriën (slagader) op een prikkel in het lichaam, die gekenmerkt wordt door herhaalbaarheid en krachtsverandering van de polsslag. De VAS kan op elke arterie gevoeld worden, maar men gebruikt voornamelijk de polsarterie. Met behulp van de VAS kan er informatie verkregen worden over het functioneren van het lichaam en de psyche.

Hierdoor ontstond een geheel nieuw systeem van diagnostiek en behandeling.

Een onderzoek via de VAS komt simpel uitgelegd neer op het ‘stellen van vragen’ aan het organisme, en het ‘krijgen van antwoorden’ daarop. Het organisme is heel communicatief. De kunst (“Energetische Geneeskunst”) bestaat er in de vragen uiterst  goed en begrijpelijk te formuleren en de antwoorden juist te decoderen en interpreteren. Concreet worden de vragen gesteld door het ‘prikkelen’ van het organisme, de antwoorden worden gegeven door middel van het polssignaal, de VAS, of afwezigheid daarvan.

Ook Nederland leverde een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de auriculomedicinea door het werk van Dr. Ton van Gelder. Hij stond aan de bakermat van de energetische ooracupunctuur.